Een hangend Amsterdammertje met notehouten kast, gemaakt omstreeks 1730. De strakke kast van deze klok is aan de zijkanten voorzien van panelen met zaagwerk en wordt aan de bovenzijde gesierd door drie vergulde beelden, een Atlasfiguur en twee bazuinblazende engelen op sokkels, waarvan de bovenste verrijkt is met uitgezaagde steunen. In de schuif van de kast is een ovaal, houtomrand slingervenster aangebracht, waardoor de beweging van de slinger zichtbaar is. De wijzerplaat heeft een verzilverde messing cijferring en is aan de rand verrijkt met een gegraveerd, geschubd kader. In het gematteerde en vergulde midden is boven de wijzers een venster aangebracht, waarin de datum wordt aangegeven, terwijl zich onder in het middenveld een gravering bevindt. In de hoeken zijn gegoten, nagevijlde en vergulde hoekstukken gemonteerd.
De maker heeft de klok op de cijferring als volgt gesigneerd: ADAM HEYMUYS AMSTERDAM
Het uurwerk heeft een gangduur van een dag en wordt aangedreven door in messing gevatte loden gewichten. Het bestaat uit gaandwerk, uitgevoerd met ankergang en een door een sluitschijf geregeld halfuurslagwerk. Hiermee worden het hele en het halve uur voluit op een van twee in toonhoogte verschillende bellen aangegeven. Bovendien is het uurwerk uitgerust met een door gewichten aangedreven wekkerwerk. De wektijd wordt ingesteld met een verzilverd wekkerschijfje, dat zich achter de wijzers bevindt en waarbij de wektijd wordt aangegeven door de staart van de uurwijzer met Arabische cijfers voor de uren en een streep voor de kwartieren.
Literatuur: Enrico Morpurgo, Nederlandse klokken- en horlogemakers vanaf 1300, Blz.58